Nieuwe leennormen maken huizen met slecht energielabel aantrekkelijker
Consumenten verwachten een tweedeling op de huizenmarkt nu het maximale hypotheekbedrag mede afhankelijk is geworden van het energielabel van de woning. Meer dan de helft van de huiseigenaren en aspirant-kopers denken dat huizen met goede labels nog duurder worden, terwijl slecht geïsoleerde woningen in waarde zullen dalen. Dat blijkt uit onderzoek van Motivaction voor a.s.r. onder duizend huiseigenaren en huurders in de vrije sector.
Sinds dit jaar is de leenruimte voor het kopen van een huis afhankelijk van het energielabel van de woning. De nieuwe normen, bedoeld om de verduurzaming van de woningvoorraad te stimuleren, leiden tot gemengde reacties bij consumenten. Uit het onderzoek blijkt een vrees dat huizen met slechte energielabels (E, F of G) in waarde zullen dalen terwijl gelijktijdig de gas- en stroomrekening steeds hoger wordt. ‘Mensen met een smalle beurs hebben dan het nakijken’, schrijft een deelnemer aan het onderzoek.
De nieuwe normen bieden (toekomstige) huiseigenaren de gelegenheid om meer te lenen voor verduurzamingsmaatregelen naarmate de woning een slechter energielabel heeft. Daarmee kunnen zij hun CO2-uitstoot en de energierekening verlagen, hun energielabel verbeteren en hun woning in waarde zien stijgen. Consumenten zijn echter enorm terughoudend om zich in de schulden te steken voor verduurzaming. Onder de mensen die maatregelen hebben genomen, hebben twee op de drie daarvoor eigen geld gebruikt. Slechts 6% heeft de hypotheek ingezet en ook 6% heeft het geld elders geleend.
Door de nieuwe leennormen is de bereidheid om geld te lenen voor verduurzaming wel verdubbeld (12 naar 25%). Een kwart van de mensen wordt door de nieuwe maatregelen dus gestimuleerd om hun (toekomstige) woning te verduurzamen. Daar staat een kwart tegenover dat denkt dat de nieuwe leennormen het kopen van een andere woning juist in de weg staan.
Afgezien van een weerstand tegen lenen, bestaan de grootste twijfels over het rendement van de investering. 46% Vindt dat verduurzaming te veel geld kost. In mindere mate wordt getwijfeld aan het rendement (16%) en het nut (11%). Een op de tien vindt zichzelf niet handig genoeg of ziet op tegen het gedoe.
Matthijs Hofstede, directeur van a.s.r. Hypotheken, herkent de aarzelingen van de huiseigenaren en de aspirant-kopers: “Toch blijkt uit onze eigen cijfers dat klanten die extra leenden voor energiebesparende maatregelen, er vorig jaar gemiddeld anderhalf energielabel op vooruit gingen. 87% Van de klanten die geld leenden voor verduurzaming spraken dit bedrag binnen één jaar aan. Zij investeerden gemiddeld 8.686 euro in verduurzamingsmaatregelen.”
Nu met de nieuwe leennormen meer geld kan worden geleend voor verduurzaming, is het juist aantrekkelijker geworden om ook te kijken naar woningen met een minder goed label. Matthijs Hofstede: “Ook starters hoeven zich echt niet te beperken tot een A-label. Ik raad mensen aan: kijk breed naar het hele woningaanbod. Je hebt dan keuze uit meer woningen en je hebt minder concurrentie van andere huizenzoekers. En heb je een woning op het oog met een minder goed energielabel? Ga naar een onafhankelijke financieel adviseur en laat die voor je uitrekenen wat er aan financiering en subsidie mogelijk is om deze woning te verduurzamen.”
Bij de respondenten die naar aanleiding van de nieuwe leennormen overwegen om de eigen woning te verduurzamen, is de warmtepomp favoriet (35%), samen met isolatieglas. Minder belangstelling is er voor isolatie van dak en muren. De leeftijdsgroep van 25 tot en met 34 jaar staat in vergelijking met andere leeftijdsgroepen duidelijk meer open voor de verschillende energiebesparende maatregelen.