Afval scheiden faalt niet door Gen Z, maar door ons systeem
Zijn jongeren te lui om afval te scheiden? Kijk in een gemiddelde schoolkantine en je zou het bijna denken. Maar schijn bedriegt. Niet de mentaliteit van jongeren is het probleem, maar ons chaotische systeem. Tegenstrijdige regels, verwarrende kleurcodes en materialen die nauwelijks te herkennen zijn. Zelfs de meest gemotiveerde scholier moet gokken. En dat is een systeemfout, geen mentaliteitsprobleem.
Het hardnekkige cliché
We schuiven tegenwoordig problemen graag af op jongeren. Het stereotype is hardnekkig: ze zouden gemakzuchtig zijn, met hun neus alleen maar in de telefoon zitten en niet bezig zijn met het milieu. Onzin. Generatie Z is prima in staat is om afval correct te scheiden, mits het systeem duidelijk is. En dat is het simpelweg niet. Er heerst, niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa, een gebrek aan uniformiteit.
We vertrouwen te veel op kleuren. Het klinkt logisch: geef elke afvalstroom een kleur en mensen snappen het vanzelf. Maar kleuren zijn niet universeel en roepen geen eenduidige associatie op. Blauw voor papier? Misschien in Amsterdam, maar niet in Maastricht. Kleurcodes verschillen per gemeente, en zelfs per land. Hierdoor liggen vergissingen voor de hand. Onderzoek heeft uitgewezen dat pictogrammen veel effectiever zijn. Een icoon van een plastic fles of een appel is voor iedereen te begrijpen, of je nu uit Rotterdam, Rome of Roemenië komt. Op NS-stations werken ze al: naast woorden hangen er duidelijke plaatjes van wat wel en niet in de bak mag. Op plekken waar zulke visuele hulp ontbreekt, schiet de scheidingskwaliteit omlaag.
Materialenkennis ontbreekt
Een tweede struikelblok is onze gebrekkige kennis van materialen. Wie weet dat glanzend papier vaak een kunststoflaagje bevat, of dat zogenaamd biologisch afbreekbaar plastic in veel gemeenten gewoon restafval is? Toch worden jongeren regelmatig aangesproken op hun scheidingsgedrag, terwijl ook eerdere generaties vaak niet weten waar materialen thuishoren. Het probleem ligt niet bij jongeren, maar bij een systeem dat mensen onwetend houdt. Scholen besteden nauwelijks aandacht aan de basis van afval en recycling, terwijl juist dáár het verschil gemaakt kan worden. Een paar lessen over materiaalherkenning zouden meer opleveren dan welke voorlichtingscampagne ook.
Belonen werkt, straffen niet
Jongeren reageren, net als volwassenen, beter op positieve prikkels. Statiegeld op blikjes, korting bij inleveren van een oude telefoon… het zijn simpele beloningen die gedrag sturen. Dreigen met boetes of opgeheven vingertjes werkt averechts. Het maakt de handeling beladen in plaats van vanzelfsprekend. Daarom werkt praktijkonderwijs zo goed. In zogenoemde waste-labs (tijdelijke opstellingen op scholen of kantoren) leren scholieren spelenderwijs afval herkennen en scheiden. Wat in eerste instantie vies of ongemakkelijk lijkt, wordt binnen enkele minuten een leerzaam en bijna competitief spel. Het resultaat: betere scheidingscijfers en minder weerstand.
Generatie Z groeit op in een klimaatbewuste maatschappij
Onderzoek laat zien dat jongeren net zo gemotiveerd zijn als oudere generaties. Ze groeien bovendien op in een klimaatbewuste maatschappij. Op festivals en scholen waar afvalscheiding goed is ingericht, scheiden jongeren net zo zorgvuldig als iedereen. Het verschil zit niet in hun mentaliteit, maar in de manier waarop we ze bereiken. Generatie Z leert visueel, snel en vaak indirect. Ze zijn gewend aan duidelijke iconen, korte instructies en feedback die vrijwel onmiddellijk komt. Geef hen dat, en afval scheiden wordt net zo normaal als een appje sturen.
Tijd om het om te draaien
De oplossing zit niet in campagnes vol belerende speeches, maar in een systeem dat eindelijk duidelijk en consequent is. Dat betekent pictogrammen in plaats van verwarrende kleurcodes, uniforme regels binnen Nederland en bij voorkeur in heel Europa, en onderwijs waarin kinderen van jongs af aan leren over materiaalherkenning. Alleen dan wordt afval scheiden geen lastige keuze, maar een vanzelfsprekend proces. Want het probleem ligt niet bij één generatie, maar bij het beleid. En dat is precies wat we nú kunnen veranderen.
Deze blog is van Gijs Derks – Algemeen directeur Milgro